Van Duolingo:
- Zij willen graag de zout. – They would like to have the salt.
- Zij leren graag nieuwe talen. – They like learning new languages.
- Zij hebben graag vakantie. – They like having holidays.
- Zij doen graag aan sport. – They like doing sports.
- Zij blijven graag thuis. – They like staying home.
- De boter, graag. – The butter, please.
- Ik doe dat graag voor je. – I am happy to do that for you.