Nederlands – 2016-10-01

Van Duolingo:

  • Zijn huis staat in de vallei. His house is in the valley.
  • Hij ziet de binnenkant.He sees the inside.
  • De grond is bruin.The ground is brown.
  • Het is de kust.It is the coast.
  • Het is een oud museum. It is an old museum.
  • Ik betaal voor de museums. I pay for the museums.
  • Het kanaal leidt naar het park. The canal leads to the park.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *